Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik heb [20]knechten te paard gezien, en [21]vorsten, gaande als knechten [22]op de aarde. 20. Dat is, zulken, die een knechtelijk onwijs gemoed hadden, of die van knechten en slaven afkomstig waren. 21. Dat is, kloeke en verstandige mannen die zodanig een gemoed hadden als de prinsen hebben, of behoorden te hebben. 22. Dat is, te voet gaan, ja zelfs anderen dienen.